Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij belachten Hem; maar Hij, als Hij hen allen had [33]uitgedreven, nam bij Zich den vader en de moeder des kinds, en degenen [34]die met Hem [waren], en ging binnen, waar het kind lag. 33. Grieks, uitgeworpen. 34. Namelijk Petrus, Johannes en Jakobus, die hij met zich genomen had, vs.37.